Rechts op een zwart-witte tegelvloer knielt Stanislaus Kostka gekleed in donkere gewaden, met geelwitte sjaal om hals, de armen gekruist voor de borst, en met halflange donkere haren. Rechts achter, verscholen achter een deel van een nog net zichtbare bedstee, staat een man die zijn hoed afneemt. Op de voorgrond rechts een gesloten en een opengeslagen boek. Links geeft een in lange witte gele gewaden geklede engel de Heilige Hostie vanaf een pateen aan Stanislaus. Op de voorgrond links knielt een engel, gekleed in een rood gewaad, in de handen heeft hij een ciborie waarvan hij de deksel optilt. Linksboven in een stralenbundel de Heilige Barbara, gekleed in wit een kleed met een blauwe mantel, haar attribuut, de kerktoren, in haar rechterarm.